Genealogie Kruizinga-Groen

& Allemaal Muntendammers

Het criminele leven van de broers Standeveld

Groninger Courant, 9-1-1849

Het volgende is ons ter plaatsing ingezonden: Hoogezand, 8 Januarij. Heden is alhier gevankelijk doorgebragt Harm Standeveld , wonende in de gemeente Muntendam, als verdacht van den diefstal te Kalkwijk, ter zake waarvan reeds zes andere personen uit dezelfde gemeente of omliggenden in hechtenis zijn. — Het is een algemeene wensch, dat een verdiend lot moge overkomen aan degenen, welke zoo lang onze ingezetenen onder gedurigen angst en schrik hebben gehouden, en hoopt men, dat een ieder daartoe zal medewerken door aan de justitie bekend te maken al hetgeue over de gepleegde diefstallen eenig licht zoude kunnen verspreiden; zelfs aangifte van schijnbaar onbeduidende omstandigheden kan, door derzelver verband met anderen, reeds bekende daadzaken, vaak uiterst gewigtig worden.

Groninger Courant, 8-2-1849

Gisteren heeft bij het Provinciaal Geregtshof de openbare criminele teregtsielling plaats gehad van de beschuldigden Jan Harms Standeveld, c.ss. De zitting, die des voormiddags te 10 uur was aangevangen , heeft bijkans onafgebroken tot ongeveer half 10 uur in den laten avond voortgeduurd. Het Openbaar Ministerie heeft gerequireerd de schuldigverklaring van al de beschuldigden, en, dien ten gevolge, de veroordeeling van Jan Harms Standeveld , Harm Standeveld en Coenraad Johannes Seip, om op een schavot, met een strop om den hals, aan de galg te worden opgehangen, dat er de dood na volgt, — en Hillechien Harms Bonder tot tepronkstelling op een schavot, gedurende een half uur, en tot rasp- of tucbthuisstraf van niet minder dan vijf- en niet meerder dan vijftien achtereenvolgende jaren. ’s Hofs arrest zal worden uitgesproken op morgen, den Bsten dezer, te 4 uur namiddag.

Groninger courant 30-4-1850

Naar men verneemt, is nog binnen het daartoe bestemde tijdsbestek , namens den veroordeelde Jan Harms Standeveld een verzoekschrift ingeleverd , gerigt aan Z. M. den Koning , en strekkende om te worden ontheven van de door het Provinciaal geregtshof, bij arrest van den 8sten Februarij jl , tegen hem uitgesproken doodstraf.

Groninger courant, 9-8-1850

Aan Jan Harms Standeveld, — welke , bij arrest van het Provinciaal Geregtsbof van Groningen van den 8sten Februarie dezes jaars, was veroordeeld tot de straf de 3 doods: 1) ter zake van diefstal, bij nacht, door meer dan één’ persoon in een bewoond huis, gedeeltelijk door middel van inwendinge braak, met wapenen, gebruikmaking daarvan en geweldpleging, welke wonden en kvvetsuren hebben nagelaten ; 2) ter zake van gelijken diefstal, maar bovendien door middel van uitwendige braak gepleegd, — is bij Koninklijk besluit van den 25sten Julij jl., no. 60, gratie van die straf verleend, welke alsnu veranderd is in een half uur tepronkstelling en vijftienjarig confinement.

Groninger Courant 19-11-1850

Den 14den dezer, des namiddags heeft te Veendam bij het benedenste verlaat een hevige twist, plaats gehad tusschen eenige scheepsjugers, over het verkoopen van oude paarden. Na een woordenstrijd, die hoe langer zoo meer in hevigheid toenam, en zich vooral bepaalde lunchen vijf personen (waaronder eenige leden van de wel bekende familie Standeveld) , werden in hevige woede van weerszijden de messen getrokken, ten gevolge waarvan er ernsiige verwondingen, vooral aan het hoofd, plaats hadden. — Door doelmatige tusschenkomst werden de partijen ten laatste gescheiden, en is de zaak overigens aan de justitie overgegeven.

Groninger Courant, 26-11-1850

Den 22sten November heeft de justitie te Muntendam bij onderscheidene personen, verdacht als medepligtig aan de in den laatsten tijd gepleegde diefstallen, huiszoeking gedaan, hetwelk het resultaat heeft opgeleverd dat verscheidene goederen zijn in beslag genomen en de personen van Harm Vos, ook genoemd Harm Standeveld, Jan Prins, Conraad Johannes Seip en Willem Bos, ook genoemd Willem Vogel, gevankelijk naar Winschoten zijn overgebragt.

Groninger courant, 4-4-1851

Gisteren hebben voor het provinciaal geregtshof teregt gestaan Harm Vos, bijgenaamd Standeveld , oud 27 jaren , van beroep scheepjager , geboren te Veendam en wonende te Muntendam, — Willem Bos, bijgenaamd Vogel, oud 20 jaren, — en Coenraad Johannes Seip, oud 25 jaren, — béide laatsten arbeiders van beroep, geboren en wonende te Muntendam, als verdacht van-te zamen, in den nacht van den 7den op den 8sten November des vorigen jaars, te Bedum, in een pakhuis, staande in den tuin , achter de behuizing van Eelke Rinses Sinia , grossier in wijn en sterke dranken , door het met geweld verbreken van een aan de binnenzijde met blinden en blindenstok gesloten glasraam, te zijn binnengeklommen, in onderscheidene vaten openingen te hebben geboord en alzoo eene hoeveelheid van nagenoeg 140 kannen brandewijn, alsmede uit een aldaar voorhanden vaatje, 7 a 8 kannen anijs diefachtig zich te hebben toegeëigend, en de eerstgenoemde, Harm Vos (Standeveld) daarenboven, van op eenen morgen, in de maand Augustus te voren, te Veendam , in een stuk land van Bart Heijes Jacobus Willemsen, bakker aldaar, eene hoeveelheid hooi, ’t welk in dat land gemaaid in hoopen of oppers stond, arglistig te hebben ontvreemd. Nadat het verhoor van 27 getuigen en der drie beschuldigden was afgeloopen , heeft de advokaat-generaal gerequireerd de schuldigverklaring van de beschuldigden aan diefstal, gepleegd bij nacht door meer dan één persoon, door middel van buiienbraak, inklimming en binnenbraak in een gebouw, en van den eersten bovendien aan diefstal van oogst in het land, en, te dier zake, hunne veroordeeiiug tot tepronksielling op een schavot gedurende ec-n half uur, alsmede tot rasp- of tuchthuisstraf voor ten minste vijf- en ten hoogste vijftien jaren. Mr. J. H. Geertsema, C.z. , advokaat bij den Hove, als toegevoegde raadsman der beschuldigden, de middelen ter hunner verdediging hebbende voorgedragen, zijn de debatten gesloten, en heelt het Hof, na zich met do openlijke behandeling dezer zaak van af tien uur vóórtot omstreeks half drie uur namiddags onafgebroken te hebben onledig gehouden, verstaan dat het arrest zal worden uitgesproken aanstaanden Zaterdag den 5den dezer, des middags te 12 uur.

Groninger courant, 8-4-1851

Laatstleden Zaterdag, den 5den dezer, is, onder den toevloed van een buitengewoon talrijk publiek, bij arrest van het Provinciaal Geregtshof uitspraak gedaan in de veel besproken criminele procedure tegen Harm Vos, bijgenaamd Standeveld, — Willem Bos, bijgenaamd Vogel, en Coenraad Johannes Seip. Genoemde beschuldigden zijn daarbij, tezamen, schuldig verklaard aan de misdaad van diefstal, gepleegd hij nacht, door meer dan één persoon, door middel van buitenbraak en inklimming in een gebouw (zijnde van de binnenbraak niet genoegzaam regtens gebleken) en te dier zake veroordeeld tot tepronkstelling op een schavot, gedurende een vierde uurs, tot rasp- of tuchthuisstraf, ieder voor den tijd van twaalf jaren, alsmede , ten behoeve van den Staat, alle te zamen en ieder afzonderlijk voor het geheel, voor zoo ver het onderwerpelijk feit betreft, in de kosten der procedure; terwijl, voor het overige, de eerste beschuldigde, Harm Vos, bijgenaamd Standeveld, van de hem daarenboven te laste gelegde misdaad van diefstal van oogst in het land is vrijgesproken.

Groninger Courant – 12-8-1851

Naar men verneemt, zal op morgen aan Harm Vos, bijgenaamd Standeveld, oud 27 jaren, van beroep scheepsjager, geboren te Veendam en wonende te Muntendam, benevens aan Coenraad Johannes Seip, oud 25 jaren, van beroep arbeider, geboren en wonende te Muntendam, worden voltrokken de straf van tepronkstelling op een schavot, gedurende een vierde uurs, waartoe zij, met daarenboven ieder tot twaalfjarige raps. of tuchthuisstraf, bij arrest van den 5 april dezes jaars, door het Provinciaal Geregtshof zijn veroordeeld, ter zake van in den nacht van den 7 op den 8 november des vorigen jaars, te Bedum, door middel van buitenbraak en inklimming in het pakhuis van Eelke Rinses Sinia, grossier in wijn en sterke dranken, gepleegden diefstal van nagenoeg honderd en veertig kan brandewijn en zeven of acht kan anijs.

Leeuwarder Courant, 14-3-1854

Zaterdag jongstl. stonden voor de Arrondissements-Regtbank alhier te regt de personen van Harm Vos, bijgenaamd Standeveld, Hendrik Matheus Boers, Thomas Bern. Kortenburg en Jacobus Barings Wartena, allen gedetineerden in het Huis van Reclusie en Tuchtiging en beschuldigd van ontvlugting uit dat huis, door middel van uitbreking (gepleegd den 12 Jannarij jl). Na het verhoor der getuigen en beschuldigden , wijzigde de heer subst. officier evenwel de beschuldiging en rekwireerde thans alleen de schuldig-verklaring van den tweeden aangenoemd wanbedrijf, en van de drie overigen aan medepligtigheid daaraan. De Regtbank heeft echter alleen den tweeden (Boers) aan het hem ten laste gelegde feit schuldig verklaard en hem mitsdien veroordeeld tot 6 maanden correctionneele gevangenisstraf, in te gaan na het eindigen van zijnen straftijd in het Tuchthuis, doch omtrent de drie overigen aangenomen , dat het niet wettig was bewezen dat ook zij door middel van uitbreking waren ontvlugt en hen mitsdien vrijgesproken.

Groninger courant, 2-1-1857

De onlangs bij de regtbank te Winschoten veroordeelde Jan Vos, (bijgenaamd Standeveld) van Muntendam, is alhier, terwijl hij aan den conciërge onder het hof van justitie in bewaring was gegeven, om des anderen morgens verder te worden getransporteerd, des Zondags te vijf uur in den avond ontsnapt. Het is nog niet mogen gelukken hem weder in handen te krijgen. Er is eene premie van ƒ25 uitgeloofd aan degene die hem weder aan de justitie overlevert.

Groninger courant, 11-1-1857

Gisteren werd te Winschoten, onder geleide van den rijksveldwachter T. J. Bruins en den veldwachter Bodewitz, beide van Vlagtwedde, binnengebragt Jan Vos (ook genaamd Standeveld), welligt in de rollen der strafzaken bij eene der regterlijke collegiën niet onbekend, dezelfde die dezer dagen uit handen der justitie alhier is ontsnapt, toen hij ten fine van verder transport naar eene andere gevangenis hier verblijf had. De ontvlugte is hervat te Horsten, onder de gemeente Onstwedde, in de nabijheid der woning van de wedw. Bruinius, door het beleid van den reeds ijverig bekenden en boyengenoemden rijksveldwachter Bruins, daartoe onder anderen bijgestaan door E. Bots.

Groninger courant, 14-1-1857

Aangaande het weder in hechtenis nemen van den beruchten Jan Vos, bijgenaamd Standeveld, wordt ons nog het volgende medegedeeld. Zoodra de ijverige rijksveldwachter Bruins te Vlagtwedde vernomen had, dat die persoon zich waarschijnlijk ophield in de woning van de weduwe Bruiniüs te Horsten, begaf Bruins, vergezeld door A. Middelkamp en E. Bots, twee moedige arbeiders te Horsten, zich in den nacht van den Bsten op den 9den dezer derwaarts. Naauwelijs had Vos dit bespeurd, of hij trachtte uit die woning te ontvlugten, liep met eene geweldige vaart tegen Middelkamp aan, zoodat deze achterover viel, en het zoude Vos zekerlijk nog zijn gelukt te ontkomen, zoo niet de vlugge Bots hem had nagezet en eindelijk gevat, hoezeer Vos met een mes was gewapend. Zeker zal de justitie dergelijke moedige daden en diensten door bijzondere personen bewezen, weten te beloonen.

Groninger courant, 11-2-1857

Heden morgen is onder behoorlijk geleide van hier vertrokken de in den laatsten tijd zoo veel geruchtmakende Standeveld, ten einde in de gevangenis te Hoorn de hem opgelegde straf te ondergaan.

Algemeen Handelsblad, 1-6-1860

’s GRAVENHAGE, 30 Mei. In de zitting van den Hoogen Raad der Nederlanden van heden is behandeld het beroep in cassatie ingesteld door J. Vos (ook genaamd Standeveld) en S. Seip, tegen een arrest van het hof in Groningen van 11 April 11., waarbij zij, ter zake van diefstal bij nacht door meer dan een persoon in een bewoond huis door middel van buitenbraak na reeds vroeger tot gevangenisstraf veroordeeld te zijn geweest, zijn veroordeeld ieder tot eene tuchthuisstraf voor den tijd van zes jaren. Na het uitbrengen van rapport door den raadsheer van der Sande heeft de adv.-generaal Romer, geconcludeerd tot verwerping van het beroep. Uitspraak 5 Junie.

Algemeen Handelsblad, 27-01-1870

Men schrijft uit Sappemeer: Een der beruchte Muntendammers, in vroeger jaren de schrik der ingezetenen, Vos, bijgenaamd Standeveld, heeft dezer dagen wéér van zich laten hooren op eene wijze, die het meer dan waarschijnlijk maakt, dat zijne kennismaking met justitie en kerker weldra zal worden vernieuwd. De deurwaarder van ’s rijksbelastingen, te dezer plaatse, zou thans bijna het slachtoffer zijner wraak- en moordzucht geworden zyn. Met een dwangbevel tot hem gekomen, om hem tot de betaling van achterstallige belasting te noodzaken, werd deze na eene korte woordenwisseling, bij de tafel gezeten, zodanig door Standeveld met den knop der tang tegen den wang getroffen, dat het bloed uit de gapende wonde stroomde, en de slag, ware hij een weinig hooger aangekomen, doodelijk zou zijn geweest. Op straat gekomen, werden hem zijne papieren nageworpen, en terwijl hij bezig is deze op te rapen, waarbij hij door een paar toegeschoten buurvrouwen geholpen werd, verschijnt Standeveld andermaal met de rotting van den geslagene. Op diens woord: “heb ik dat aan u verdiend?” (ten vorigen jaar was deze ambtenaar ’s mans voorspraak geweest) schreeuwt de booswicht hem toe: “Kan ik ’t helpen das ’t vallen bist?” Te hopen is het, voor de rust van maatschappij en medeburgers, dat deze befaamde deugniet zijne welverdiende straf niet ontgaat en, zolang de wet het enigszins toestaat, achter slot en grendel onschadelijk worde gemaakt.

Algemeen dagblad van Nederland, 03-02-1870

WINSCHOTEN, 1 Febr. Dezer dagen werd de bevolking in het huis van arrest alhier met een oud-bekende vermeerderd. De beruchte Stanneveld uit Muntendam betrad andermaal den drempel van een dier gebouwen, binnen welks muren de grijs geworden deugniet bij afwisseling zovele jaren doorbracht, en dat hem nu weder voorloopig tot verblijf is aangewezen, als verdacht van een bedienenden beambte kwetsuren, waardoor bloedstorting is ontstaan, te hebben toegebracht. Nu de stramme leden van den invalide — hij gaat op krukken — inbraak, enz., meer moeilijk maken, schijnt hij op andere middelen te peinzen om zijne medemenschen te belagen. Het is wenschelijk voor ’t algemeen, dat, als hij schuldig wordt bevonden, hij voor goed verdwijne uit de samenleving, waar hij niet te huis behoort.

Provinciale Drentsche en Asser Courant, 29-3-1870

Vrijdagmorgen stond te Winschoten voor de Regtbank de beruchte H. Vos Standeveld van Muntendam teregt. De eisch tegen hem is eene gevangenisstraf van 2 tot 6 jaar en 8 maanden en de uitspraak is bepaald op 1 april. Standeveld heeft reeds 12 jaar in de gevangenis doorgebracht.

Provinciale Drentsche en Asser Courant, 8-6-1870

Het prov. Gerechtshof van Groningen heeft bevestigd het vonnis van het Arrondissements-Rechtbank te Winschoten, waarbij Harm Vos, bijgenaamd Standeveld, scheepsjager te Muntendam, ter zake van het slaan van een bedienenden ambtenaar onder het waarnemen van zjjne dienst, waardoor bloedstorting en kwetsing zijn ontstaan, gepleegd na vroogere veroordeling tot eene criminele straf, is veroordeeld tot gevangenisstraf voor den tijd van drie jaren en de kosten.


Aaltje Roelfs Vos, ged. Veendam 14 juni 1795, † Muntendam 3 maart 1855.
Uit haar relatie met Jan Harms Standeveld, ged. Veendam 9 sept. 1800, † Leeuwarden 9 mei 1856, zn. van Harmanni Jans Stanneveld en Anna Hendriks:
1. Anna Stanneveld Vos, geb. Veendam 1 mei 1822, † Muntendam 25 nov. 1913, tr. Muntendam 16 aug. 1844 Pieter Berends Prins, geb. Veendam omstr. 1823, Scheepjager, zn. van Berend Lammerts Prins en Hendrikjen Luikens.
2. Jan Vos, geb. Veendam 24 april 1828, † Leeuwarden 23 dec. 1864, tr. Muntendam 18 dec. 1855 Fennechien Seip, geb. Muntendam 4 sept. 1831, † Veendam 3 mei 1892, dr. van Johannes Koenradus en Geertje Jans Loots; zij hertr. Veendam 8 sept. 1866 Adam Poot en tr. 3e Muntendam 11 mei 1878 Jan Provilie.
3. Jantje Stanneveld, geb. Muntendam 16 aug. 1831.
4. Roelf Jans Stanneveld, geb. Muntendam 28 maart 1834.
Haar zoon:
5. Harm Vos, geb. Veendam 8 febr. 1825, Scheepjager, † Muntendam 12 sept. 1892, tr. 1e Muntendam 8 dec. 1862 Garsina Scholtens, geb. Muntendam 16 aug. 1823, † ald. 15 april 1872, dr. van Coenraad Jochems Scholtens en Adriaantje Gerardus Eijgelaar; tr. 2e Muntendam 18 dec. 1873 Roelfijn Koenraads Scholtens, geb. Scheemda 24 aug. 1820, † Muntendam 8 dec. 1902, dr. van Coenraad Jochems Scholtens en Adriaantje Gerardus Eijgelaar en wed. van Tamme Jans Romp